Haar keus voor de studie Nederlandse taal- en letterkunde heeft natuurlijk weer alles te maken met haar liefde voor boeken en taal. Tijdens haar studie besteedde ze zoveel mogelijk aandacht aan jeugdboeken.

Toen dacht ze al: "Dat zou ik ook wel willen, een boek schrijven. En dat moet dan gaan over een meisje en alles wat er verandert als zij ongeveer dertien, veertien jaar oud is." Maar ze ging er pas mee aan de slag toen ze al een paar jaar voor de klas stond.

Nog steeds zoekt Caja onderwerpen uit waarmee jongeren te maken kunnen krijgen als zij tussen elf en zestien jaar oud zijn: school, de brugklas, eenzaamheid, verliefd zijn, seksualiteit, onzeker zijn, angst, online pesten, internetverkering, je anders voelen, echtscheiding van ouders, rouwverwerking, alcohol, drugs en lachgas.

De meeste hoofdpersonen zitten niet lekker in hun vel en zijn op zoek naar wie ze zijn. Ze hebben dan ook allemaal last van "groeipijn". Haar boeken kunnen troost bieden aan lezers die in vergelijkbare omstandigheden zitten. Daarom vindt ze herkenbaarheid in haar verhalen belangrijk. Je krijgt het gevoel dat Caja’s boeken over jou en jouw wereld gaan.